Vroeg of laat krijgt bijna iedereen te maken met mantelzorg. Is het niet voor een kind met gezondheidsproblemen, dan is het wel voor een vader of moeder. Hoe kunnen we werk combineren met intensieve zorg? ‘Steeds meer mensen beseffen: vandaag overkomt het jou, morgen mij.’
Op de computer laat Karin van der Pol foto’s van haar 18-jarige zoon Tijmen zien. Arm in arm staat hij met een vriend op een borrel van zijn sportschool (‘Hij gaat nooit naar drukke feestjes, maar nu zie je de blijdschap’), met zijn teen voelt hij de temperatuur van een Frans riviertje (‘Voordat je hem het water in krijgt, moet je praten als Brugman’) en in de keuken showt hij de kroketten die hij net met zijn vader heeft gemaakt. Tijmen heeft het downsyndroom.
‘Zijn leven laat zich niet regisseren door kantooruren’, zegt Van der Pol, woordvoerder bij ING Nederland. Ze heeft een fulltimebaan waar dat ook voor geldt. Maar het lukt om haar werk en de zorg voor haar zoon te combineren, samen met haar man en Tijmens twee jaar oudere broer. ‘We verzorgen hem als team’, vertelt ze vanuit haar thuiskantoor.
Het scheelt dat Van der Pols werkgever acht jaar geleden is erkend als mantelzorgvriendelijke organisatie. Zo zijn er flexibele werktijden en medewerkers kunnen betaald of onbetaald zorgverlof opnemen. Bij calamiteiten, zoals wanneer een kind of partner ernstig ziek is, kunnen ze zich, in overleg met hun leidinggevende, tijdelijk ziek melden. Sinds 2018 staat mantelzorg in de cao voor ING-medewerkers, waarmee de bank vooroploopt.
Veel ballen in de lucht
Van der Pol neemt vrij voor een dag in het ziekenhuis. ‘Maar ik kan om een bezoek aan de cardioloog – Tijmen heeft hartproblemen – heen werken. De telefoon blijft wel altijd in de buurt. Verloren uurtjes haal ik ’s avonds en op roostervrije dagen in.’ Haar directe collega’s weten dat ze veel ballen in de lucht houdt en nemen zo nodig taken waar. ‘Maar er zijn ook collega’s die er geen idee van hebben dat ik een zorgintensief kind heb – en dat is prima.’
‘Team Tijmen’ valt onder de vijf miljoen mantelzorgende Nederlanders van 16 jaar en ouder. Een op de vier combineert die taken met een betaalde baan en 20% van deze groep besteedt daar veel tijd aan (circa 400.000 mensen). Intensieve helpers met een baan zijn minder tevreden over hun leven en ervaren een hogere tijdsdruk, blijkt uit het rapport ‘Werk en mantelzorg’ (2019), van het Sociaal en Cultureel Planbureau.
‘Met de druk op de zorg, de vergrijzing en de krappe arbeidsmarkt is het niet onwaarschijnlijk dat het aantal mantelzorgers zal toenemen’, zegt Ruben Houweling, hoogleraar arbeidsrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. ‘Demografische ontwikkelingen voorspellen dat onze arbeidsmarkt nog lange tijd krap zal blijven. We hebben iedereen nodig. Tegelijkertijd moeten we voorkomen dat mensen die werk en mantelzorg combineren, het niet meer aankunnen en uitvallen.’
Als kroonlid van de Sociaal-Economische Raad (SER) is Houweling voorzitter van een commissie die een advies voorbereidt over dit onderwerp. Het kabinet heeft hierom gevraagd en de verkennende fase is net achter de rug. Er is literatuuronderzoek gedaan en de commissie heeft met betrokkenen gesproken, van hr-medewerkers tot mantelzorgers en ondersteunende organisaties.
Eén obstakel is al genoteerd: het is voor mantelzorgers bijna onmogelijk om hun weg te vinden in alle landelijke en gemeentelijke regelingen en voorzieningen op dit gebied. ‘Positief is weer dat werkgevers mantelzorg serieus nemen’, zegt de hoogleraar. ‘Er is veel betrokkenheid, zeker als er iets ingrijpends gebeurt.’ Soms geven leidinggevenden het goedbedoelde advies: blijf maar een tijdje weg. Maar los van het inkomen, dat veel mensen niet kunnen missen, zorgt werk ook voor afleiding, sociale contacten en het gevoel mee te doen. Houweling: ‘Juist de combinatie van mantelzorg en werk is waardevol.’
Wie een dag minder gaat werken, verdient niet alleen minder, maar bouwt ook minder pensioen op
Meer flexibiliteit
Verlofregelingen zijn niet de grootste wens van mantelzorgers. Uit onderzoek van Stichting Werk&Mantelzorg (2024) rolt een andere top twee. Van de 530 ondervraagden heeft bijna de helft behoefte aan meer erkenning, aandacht en begrip van leidinggevenden en collega’s. Een op de drie zou meer flexibiliteit willen in het werk en het maken van zorgafspraken.
Flexibel werken is makkelijker gezegd dan gedaan in sectoren zoals de techniek, weet Yvonne van Ham, HR Business Partner bij Croonwolter&dros, onderdeel van TBI. Het technisch installatiebedrijf, dat verantwoordelijk is voor onder meer de renovatie van de Tweede Kamer, heeft drieduizend medewerkers en vijftien vestigingen. Van Ham zet zich in voor een beter beleid op het gebied van mantelzorg. Ze verzorgde tien jaar lang dagelijks haar zieke vader, die onlangs is overleden. ‘En nu hoort mijn 86-jarige moeder stemmen; mogelijk is ze aan het dementeren.’
De HR Business Partner kan haar tijd zelf indelen. ‘Maar iemand die op een bouwplaats staat, kan niet eerder de poort uit. Die uren zijn declarabel en daar heeft de klant last van. Daarom ben ik op zoek naar mogelijkheden om ook deze medewerkers uit het verzuim te houden.’
Mentale coaching
Croonwolter&dros telt meer mantelzorgers dan gedacht, blijkt uit een enquête die Van Ham vorig jaar in de regio Zuid West hield onder ruim 250 medewerkers. Zestig van hen combineren hun werk met intensieve zorg en achttien collega’s verwachten dat de komende vijf jaar te doen. Opmerkelijk is dat acht op de tien medewerkers man zijn bij Croonwolter&dros en mantelzorg traditioneel vaker op de schouders van vrouwen terechtkomt (zie ‘Wie is de mantelzorger’). Hier dus niet.
‘Ik ken een medewerker die zijn vader in huis heeft genomen zodat hij hem in een veilige omgeving kan verzorgen’, vertelt Van Ham. ‘Tot wij deze peiling deden en in gesprek gingen met onze medewerkers hadden wij hier geen weet van. We kunnen nu op kosten van het bedrijf mentale coaching of andere ondersteuning aanbieden.’
Ze zou de enquête graag binnen heel TBI (6500 medewerkers) willen houden. Wat haar betreft komt mantelzorgverlof in de cao te staan. ‘Steeds meer werkgevers en werknemers beseffen: vandaag overkomt het jou, morgen kan het mij overkomen’, zegt Ruben Houweling van de SER uit eigen ervaring. Zijn zieke moeder woonde de laatste zeven maanden van haar leven bij zijn gezin in huis. ‘Mantelzorg is bijna onontkoombaar. En met een paar maanden is het niet voorbij als je vader dementeert of je kind meervoudig beperkt is.’
Van de 5 miljoen mantelzorgers in Nederland is 55% vrouw en 45% man
Financiële rompslomp
De SER kijkt ook naar financiële aspecten van mantelzorg. Wie een dag minder gaat werken, verdient niet alleen minder, maar bouwt ook minder pensioen op. Voor toeslagen kan een lager nettosalaris weer gunstig zijn. Houweling: ‘Dit is een complex vraagstuk waar wij op puzzelen. Uit de gesprekken die wij hebben gevoerd, blijkt wel al dat het in sociaal en economisch opzicht meer oplevert als mensen, met wat aanpassingen van de werkgever, meer blijven werken.’
Over financiële rompslomp gesproken, ING-woordvoerder Karin van der Pol heeft een verzoek aan de SER: kijk ook naar de regelingen voor mantelzorgers die bewindvoerder zijn. ‘Als Tijmen een cola in de bioscoop bestelt of een kraslot koopt, moet ik een bonnetje vragen. Ik begrijp dat controle nodig is, maar de hoeveelheid formulieren waarop ik steeds dezelfde vragen moet beantwoorden is enorm. Die tijd besteed ik liever aan een fietstochtje met mijn zoon.’
Wie is de mantelzorger?
- Vaker vrouw – Dat in Nederland nog altijd meer vrouwen dan mannen mantelzorger zijn, komt doordat we geneigd zijn voor zorgtaken eerder naar vrouwen te kijken en zij daar vaker dan mannen toe bereid zijn.
- Schoonouders – Van alle mantelzorgers van (schoon)ouders is 64% vrouw en 36% man. In de leeftijdscategorie 45-54 jaar zijn het bijna twee keer zo vaak vrouwen.
- Minder uren – Als de belasting hoog oploopt, gaan vrouwen vaker structureel minder uren werken. Mannen nemen in zo’n situatie vaker een dag vrij of ze maken afspraken met hun leidinggevende.
- Emotionele steun – Vrouwen nemen vaker de dagelijkse verzorging, persoonlijke verzorging en emotionele steun op zich. Mannen doen vaker de financiële administratie en praktische klussen. De emotionele belasting wordt mede hierdoor door vrouwen anders ervaren dan door mannen.